Kwijtschelding lokale lasten

Als een belastingplichtige niet in staat is een belastingaanslag te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De gemeente Rijswijk hanteert de zogeheten 100% bijstandsnorm, dit betekent dat huishoudens met een inkomen op of onder het bijstandsniveau recht hebben op kwijtschelding. Wanneer iemand een hoger inkomen heeft of vermogen bezit, betekent dit dat er betalingscapaciteit aanwezig is waaruit de belastingaanslag kan worden voldaan.

De heffingen waarvoor in de gemeente Rijswijk kwijtschelding kan worden gevraagd zijn:

  • Afvalstoffenheffing;

  • Rioolheffing;

  • In uitzonderingsgevallen is ook voor de onroerendezaakbelasting kwijtschelding mogelijk

Voor het in aanmerking komen van automatische kwijtschelding is in 2023 gebruik gemaakt van de toetsing door het Inlichtingenbureau. Huishoudens die in 2022 kwijtschelding ontvingen, zijn voor 2023 automatisch getoetst. De huishoudens die volgens deze toets in aanmerking kwamen voor kwijtschelding hoefden niet meer zelf een verzoek in te dienen (automatische kwijtschelding). Dit past binnen de doelstelling om de administratieve lasten voor burgers terug te dringen.

De dienstverlening van het Inlichtingenbureau wordt ook ingezet bij de afhandeling van ingediende kwijtscheldingsverzoeken. Deze dienstverlening betekent dat de afhandeling van de kwijtschelding verder wordt geautomatiseerd en de administratieve lasten voor de inwoners verder worden teruggedrongen.

Voor 2023 is het bedrag aan te verlenen kwijtschelding per belastingsoort begroot/gerealiseerd:

Belasting/heffing

Begroting 2023

Realisatie 2023

Afvalstoffenheffing

859.100

772.465

Rioolheffing

215.760

180.142

Onroerendezaakbelasting (OZB)

2.500

160

Totaal

1.077.360

952.767

In 2023 is aan 1085 huishoudens automatisch kwijtschelding verleend. Dit is iets hoger dan het aantal automatische kwijtscheldingen in 2022 (1018). Het aantal kwijtscheldingsverzoeken lag met 1118 in 2023 wel een stuk lager dan in 2022 (1397). Ook werd in 2023 procentueel iets minder toegekend dan in 2022 (61% - 65%). Hierdoor blijft het gerealiseerde bedrag achter bij de begroting. Of deze trend zich in 2024 voortzet zal blijken uit de kwijtschelding die naar aanleiding van de aanslagoplegging in februari 2024 heeft plaatsgevonden. Hier gaan we in de tweede halfjaarrapportage 2024 nader op in.