Overzicht begrotingsrechtmatigheid

Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. In de toelichting op het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) wordt begrotingsrechtmatigheid omschreven als:

“Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, evenals het begrotingsjaar van belang zijn.”

Er zijn een aantal verschillende begrotingsoverschrijdingen te onderscheiden. Bij de toetsing van begrotingsafwijkingen kunnen, volgens de commissie BBV, ten minste de volgende “soorten” begrotingsafwijkingen worden onderkend:

  1. Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten (Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel)

  2. Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen (Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel)

  3. Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn (Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel)

  4. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd (Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel)

  5. Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingswijziging is ingediend (Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel)

  6. Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt

    1. Geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar (Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel)

    2. Geconstateerd na verantwoordingsjaar (Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel)

  7. Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren

    1. Jaar van investeren (Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel)

    2. Afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren (Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel)

In de volgende tabel is per programma de lastenoverschrijding ten opzichte van de begroting per “soort” begrotingsafwijking weergegeven. De toelichting per “soort” begrotingsafwijking is hiervoor weergegeven.

Aangezien een lastenoverschrijding op programmaniveau een saldo is van meerdere programmaonderdelen, is het mogelijk dat de nadere uitsplitsing van de overschrijdingen kan leiden tot een hoger bedrag aan overschrijdingen dan het saldo op het programma. Op bepaalde programmaonderdelen zijn ook lagere lasten dan begroot gerealiseerd. Deze zijn in het kader van de beoordeling van de begrotingsrechtmatigheid buiten beschouwing gelaten tenzij deze relevant zijn voor de beoordeling.

Voor de analyse begrotingsoverschrijdingen verwijzen wij naar de het overzicht van de baten en lasten in de jaarrekening.

Analyse begrotingsoverschrijdingen

Programma

Lasten-overschrijding

Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel

Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel

Bedragen x 1.000

1

2

6b

7b

3

4

5

6a

7a

1. Algemeen Bestuur en Organisatie

706

2. Openbare Orde en Veiligheid

85

3. Verkeer en Vervoer

-637

637

4. Economie en Werken

60

5. Onderwijs

-1.766

1.766

6. Sport, Cultuur en Recreatie

389

7. Sociaal Domein

-1.616

1.616

8. Wonen en Leven

-12.977

12.977

Algemene dekkingsmiddelen

465

Overhead

78

Mutaties reserves

-402

402

Totaal

-15.616

2.403

1.616

0

12.977

0

0

0

0

0

Toelichting aangaande overschrijdingen 3. Verkeer en Vervoer.

Tegenover de hogere uitgaven staan hogere inkomsten. Wanneer nutsbedrijven werkzaamheden uitvoeren binnen de gemeente worden daarvoor een degeneratievergoeding betaald. Hiermee kan de gemeente, nadat de sleuven zijn ingeklonken, de bestrating definiet herstellen.

Toelichting aangaande overschrijdingen 5. Onderwijs.

Tegenover de hogere uitgaven staan hogere inkomsten vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Dit is een investeringsprogramma van het kabinet om de gevolgen van de coronacrisis voor leerlingen op te vangen.

Toelichting aangaande overschrijdingen 7. Sociaal Domein.

De belangrijkste overschrijdingen op dit programma hebben betrekking de beleidsproducten Inkomen en Gemeentelijk armoede en schuldenbeleid. Over de overschrijding op het product Inkomen is de raad middels een raadsinformatiebrief geïnformeerd (RIB 22 092 Prognose Buig resultaat 2022). Tegenover de hogere uitgaven op het product Gemeentelijk armoede en schuldenbeleid staan de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor een eenmalige tegemoetkoming voor de gestegen energieprijzen aan huishoudens met een laag inkomen, de zgn. Energietoeslag. De opbrengsten zijn verantwoord binnen het programma Algemene dekkingsmiddelen.

Toelichting aangaande overschrijdingen 8. Wonen en Leven.

De raad heeft op 18 april de grondexploitatieberekening Sion ’t Haantje elfde herziening vastgesteld. Hierin zijn de effecten van de huidige economische situatie (inflatie en extreme kostenstijgingen enerzijds en vertraging afzet bouwgronden in combinatie met verkoopopbrengsten onder druk) verwerkt. Dit heeft geresulteerd in het verhogen van de verliesvoorziening met 17,25 mln. die conform BBV is verwerkt in de jaarrekening 2022.

Tevens is er een voorziening ter dekking van mogelijke toekomstige verplichtingen en risico’s getroffen voor een bedrag van 2.500.000.

Toelichting aangaande overschrijdingen Mutaties reserves.

Tegenover de hogere uitgaven staan hogere inkomsten. Het betreft stortingen in de reserve Parkeren en in de reserve Investeringsfonds energietransitie en klimaat. De hogere storting in de reserve Parkeren heeft betrekking op het positieve resultaat op het product parkeren, met name als gevolg van hogere opbrengsten. De storting in de reserve Investeringsfonds energietransitie en klimaat heeft betrekking op het dividend van de cumulatief preferente aandelen Stedin dat conform het raadsbesluit ten gunste van deze reserve wordt gebracht.